Hoofdstuk II
De eerste aanbesteding Bij de eerste aanbesteding, die op
16 augustus in Maastricht werd gehouden, schreven slechts zes
aannemers in. Drie biljetten kwamen bovendien te laat binnen
en werden ongeopend terzijde gelegd. Sommige aannemers
namen niet eens de moeite te komen. Janssen uit Utrecht
schreef aan Van Lokhorst dat hij niet inschreef omdat er
volgens hem een abuis in de begroting zat, aangezien hij in
zijn berekening tien mille boven de begroting uitkwam. De
laagste inschrijving was van W. van Leeuwen uit Hellevoet-
sluis, maar hij kwam bijna 7.000 gulden boven de raming uit.
Volgens Van Lokhorst was de begroting zeer zuinig opgesteld,
maar waren de steenprijzen inmiddels sterk gestegen. De rijks-
bouwkundige adviseerde dan ook een herbesteding, waaraan
meer publiciteit moest worden gegeven.
De tweede aanbesteding De tweede aanbesteding vond plaats
op 5 september en dit keer kwamen er tien biljetten binnen,
waarvan er een te laat was. J. Bosman uit Venlo had de laagste
inschrijving en wel van 55.470 gulden. Het is opmerkelijk dat
Bosman ook al aan de eerste aanbesteding had meegedaan,
maar toen was afgevallen met een bod van 63.000 gulden.
Hoe hij in drie weken tot een besparing van 7500 gulden wist
te komen is onduidelijk. Opzichter Schlieker stelde een onder-
zoek in naar de firma Bosman, die bestond uit Jan Bosman en
zijn compagnon de Duitser Johann Bossmann. Bosman en
comp. stond goed bekend in Venlo en omstreken. De stads-
architect van Venlo Johan Kayser, die door Schlieker in zijn
brief overigens Keijzer wordt genoemd, en de Maastrichtse
ingenieur Brendel à Brandes konden de firma aanbevelen.
-