Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.


Buiten de grenzen  De ingenieur voor de ontmanteling van

vestingen, F.W. van Gendt (1831-1900), wilde in april 1889 de

overige terreinen rondom de HBS in openbare veiling brengen.

Toen het verdwijnen van sneeuw en vorst het eindelijk mogelijk

maakten de percelen af te bakenen, ontdekte Van Gendt dat

delen van het HBS-complex buiten de grenzen van het terrein

waren gebouwd. De afsluitmuur en de noord-westelijke gevel

van het gymnastieklokaal lagen zelfs een halve steen buiten de

rooilijn. Om de grensmuren vrij te houden, stelde de ingenieur

voor om een strook grond rond het HBS-terrein bij het perceel te

voegen voordat de veiling gehouden werd. Hierdoor zou onder-

houd mogelijk blijven en werd voorkomen dat er door buren

tegen de muur gebouwd zou worden. Aan de noord-oostkant

van de HBS werd een twee meter breed pad vrijgehouden. Dit

was tevens noodzakelijk voor de veiligheid, omdat het labora-

torium van de school zich aan die zijde bevond en men met

eventueel ontploffingsgevaar rekening hield.


De ingebruikname  Gedurende de zomermaanden van 1889

wenden de conciërgewoning en het gymnastieklokaal voltooid

en werd het schoolgebouw voorzien van meubilair en leer-

middelen. Op 20 augustus 1889 gaf Van Lokhorst de nieuwe

Rijks-HBS officieel over aan directeur Steijns. Van Lokhorst

was voor de overdracht persoonlijk naar Venlo gekomen om

van te voren samen met directeur Steijns de gebouwen te

inspecteren. Met het begin van het nieuwe schooljaar op

9 september 1889 werd het gebouw in gebruik genomen.





Deze foto zou in september 1889 gemaakt zijn bij de ingebruikname van de nieuwe HBS.

De school telde dat jaar 72 leerlingen, van wie drie meisjes. Op de foto staan 58 jongens, twee meisjes, zeven docenten en de conciërge. Links vooraan zit P.J. Bom (Duits); daarachter staan JJ. Garjeanne (hand- en lijntekenen), H.D. van der Maas (lichamelijke opvoeding) en D. Schram (Nederlands en aardrijkskunde); daarachter staat vermoedelijk dr. A.J.M. Garjeanne (scheikunde en natuurlijke historie). Helemaal rechts staat de conciërge-amanuensis F. Mans, daarnaast dr. M.P.J. Steijns (wiskunde, direceur) of de leraar-

Engels A. Pienot en daarachter de jonge docent P. de Sévaux (Frans en Duits). De kleine groep

leerlingen kon beschikken over vijf grote klaslokalen, drie tekenzalen, een scheikundelaboratorium, het natuurkundelokaal, de bibliotheek en de  gymnastiekzaal; in moderne ogen een ongekende luxe.


Hoofdstuk II

-046-