Een gebouw dat blijft

 

Het schijnt dat Van Lokhorst terstond naar Den Haag is

afgereisd om informatie in te winnen en dat hij hier in contact

is gekomen met Victor de Stuers, het hoofd van de afdeling

Kunsten en Wetenschappen, waarbij de nieuw aan te stellen

bouwkundige geplaatst zou worden.

Volgens een korte biografie in het tijdschrift ‘De Prins’ had

Van Lokhorst nog een andere reden om zich in Den Haag te

vervoegen: in Naarden, waar hij werkzaam was voor de Genie,

kreeg  in 1878 van het kerkbestuur van de Vituskerk opdracht

om het zuidtransept van het kerkgebouw te herstellen. Enige

decennia eerder was Kamperdijk hier aan het werk geweest met

het gewraakte portlandcement en had aanbouwsels opgetrokken

in quasi-middeleeuwse stijl. Van Lokhorst was zich in 1878

kennelijk bewust van de veranderde restauratie-opvattingen en

was op de hoogte van het bestaan van het College van Rijks-

adviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst,

want - volgens het verhaal van ‘De Prins' - kwam hij in 1878 in

de eerste plaats naar Den Haag om advies te krijgen inzake de

kerkrestauratie in Naarden. Wanneer bovengemelde gegevens

op waarheid berusten, is het niet onwaarschijnlijk dat Van

Lokhorst langs deze weg onder de aandacht van De Stuers is

gekomen.

Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

De ontworpen gymnastiekzaal en conciërgewoning in landschapsstijl

Hoofdstuk IV

-064-