Hoofdstuk IV
Op constructief gebied volbrengt Van Lokhorst in de jaren ‘90
enige opmerkelijke technische hoogstandjes:
het Physisch Laboratorium te Groningen (speciale funderingen;
en vermijding van ijzeren bouwonderdelen t.b.v. magnetische
waarnemingen); het Geodesiegebouw te Delft (centrale toren
met Observatorium) en het zeer vooruitstrevende archiefdepôt
van het Algemeen Rijksarchief te Den Haag.
Stilistisch gezien ontwikkelt Van Lokhorst in de jaren ‘90 een
eigen, zeer herkenbare, ‘Laboratoriumstijl’
Deze kenmerkt zich door:
-
van het gebouw;
-
-
door ofwel een eenvoudige rechthoekig venster met segrnent-
boogvormige ontlastingsboogjes, ofwel een spitsboogvenster;
-
variëren met topgeveltjes, schoorstenen en dakkapellen;
-
door het werken met verschillende kleuren baksteen.
Na 1900 zijn, binnen de groep van van Lokhorst laatste
werken, stilistisch gezien twee tendensen te onderscheiden.
Enerzijds vindt men uitlopers van zijn jaren ‘90 stijl: het qua
constructie aan het voormalig Algemeen Rijksarchief verwante
Leidse Rijksmuseum van Natuurlijke Historie (1900-
het Leidse Botanisch Laboratorium (1904-
plattegrond-
klinieken voor het Utrechtse Stads-
(1900-
periode 1900-
aan.
Deze kenmerkt zich door het ontbreken van historiserende
motieven, het uitsluitend toepassen van eenvoudige recht-
hoekige vensters en het gebruik van hoge schild-
daken als substituut voor de vroegere topgevels.
Voorbeelden van deze stijl zijn het Pathologisch Laboratorium
te Groningen (1901-
Utrecht (1903-
Universiteitsbibliotheek (1904-
Het lijkt niet verstandig de zich op bescheiden schaal
voltrekkende verstrakking toe te schrijven aan de misschien
toenemende invloed van J.A. Vrijman binnen het bouwbureau:
de bouwtrant van Vrijman als Rijksbouwkundige kenmerkt zich
door het teruggrijpen op de vroeg 17de-
De na 1900 optredende versobering moet eerder gezien worden
als de laatste fase van ontwikkeling van een altijd al zeer
rationalistisch bouwende architect. Mogelijk onderging
Van Lokhorst in zijn laatste jaren nog invloed van architect
H.P. Berlage.
-