Hoofdstuk IV
departement van Binnenlandse Zaken ook enige provinciale
gouvernementsgebouwen tot stand. Deze gebouwen zijn in-
uitwendig zeer rijk behandeld en dragen een meer representatief
karakter. Vooral het in 16de-
Drenthse en het in neogotische stijl uitgevoerde Overijsselse
gouvernementsgebouw zijn juweeltjes van laat 19de-
architectuur.
De afgelopen decennia is de belangstelling voor Van Lokhorst
werk en voor de 19de-
bijzonder gering geweest. Een aantal van Van Lokhorst's
gebouwen is dan ook, vaak op weinig elegante wijze,
‘gemoderniseerd’ en verbouwd. Sommige gebouwen zijn
afgebroken.
Thans is er sprake van een kentering en worden Van
Lokhorst’s gebouwen door menigeen vanwege hun bijzondere
constructies en veelal markante bouwstijl als architectonisch
waardevol beschouwd. Het verdient dan ook aanbeveling om
vooral de nog gaaf bewaarde werken van Van Lokhorst met
de grootst mogelijke zorg te omringen. Een aantal van deze
gebouwen verdient, als staal van laat 19de-
architectuur, zeker een plaats op de rijksmonumentenlijst.
Iets van tragiek schuilt vooral met betrekking tot de archief-
en bibliotheekgebouwen in het feit, dat zij juist door hun
bijzondere constructie en verregaand functionalisme niet of
nauwelijks zijn aan te passen aan nieuw gebruik. Bij verlies
van hun oorspronkelijke functie zijn deze gebouwen vrijwel
zeker tot ondergang gedoemd. Dit lot is helaas het depôt-
gebouw van het voormalig Algemeen Rijksarchief beschoren.
Eerder reeds vielen de Groningse Universiteitsbibliotheek en
het depôt van het Drenthse Rijksarchief onder slopershamers.
Beter is het gesteld met Van Lokhorst’s gouvernementsgebouw
te Assen. Dit gebouw maakt thans deel uit van het Drenths
Museum en is onlangs gerestaureerd en gedeeltelijk terug-
gebracht in de oude staat. In zijn huidige gedaante geeft het
voormalige Drenthse gouvernementsgebouw een volledig beeld
van de ideeën die De Stuers, Cuypers en Van Lokhorst
koesterden omtrent de bouwstijl en inrichting van overheids-
gebouwen. In het klein kan het gebouw dienst doen als
substituut voor het inwendig zo jammerlijk geschonden
Amsterdamse Rijksmuseum.
Uit het bovenstaande mag blijken, dat Venlo trots mag zijn
haar oude ‘Rijks HBS’, te behouden en dat het ontwerp nieuwe
functies aankan.
Bronvermelding: P. Rosenberg, Geschiedenis van het Rijks-
bouwen
Jacobus Van Lokhorst maart 1987.
-