Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

Hoofdstuk V

 

Daarentegen had directeur Steijns van de Rijks-HBS geen goed

woord over voor deze bewuste aanval van de RK clerus op zijn

school. Het leerlingenaantal van zijn school daalde namelijk

dramatisch van 64 in 1890 tot 38 in 1891. De oorzaak lag volgens

hem zonneklaar bij de oprichting van het progymnasium. Veel

HBS-leerlingen volgden namelijk al privélessen Latijn en Grieks

en nu de gelegenheid zich voordeed om in Venlo gymnasiaal

onderwijs te volgen, stapten zij over naar de school Van de

pastoor-deken. Ook het feit dat de leraren geestelijken waren,

zal veel ouders hebben doen besluiten hun kinderen aan het

progymnasium toe te vertrouwen.


5.3 Venlose pogingen om de Rijks-HBS uit te breiden


Geleidelijk aan herstelde de HBs zich van de teruggang in het

leerlingenaantal. Rond 1900 hadden beide scholen samen

156 leerlingen; 79 op het progymnasium en 77 op de Rijks.

De teruggang zorgde er echter wel voor dat uitbreidingsplannen

voor de Rijks voor jaren in de ijskast verdwenen. In oktober

1898 deden directeur Steijns en het gemeentebestuur een voor-

stel aan de minister om het perceel vestinggrond ten noorden

van de HBS, dat binnenkort door het Rijk zou worden geveild,

te reserveren voor een eventuele uitbreiding van de school.

Volgens de gemeenteraad nam de Venlose bevolking zodanig

toe dat uitbreiding van de HBS spoedig noodzakelijk zou

worden. Het perceel werd begin december 1898 door de

afdeling Domeinen van het ministerie van Financiën over-

gedragen aan de rijksbouwkundige Van Lokhorst, die optrad

als vertegenwoordiger van de minister van Binnenlandse

Zaken. Maar verder bleef het stil op het bouwfront.

Burgemeester H.B.J. van Rijn

(1841-1928), gefotografeerd toen

hij ongeveer 65 jaar oud was.

De geboren Rotterdammer

Van Rijn vestigde zich in 1866

als apotheker in Venlo, werd lid

van de gemeenteraad in 1885,

wethouder in 1899, waarna hij

Houben opvolgde als burge-

meester (1900-1921). Hij had

van 1910-1925 zitting in de

Provinciale Staten van Limburg.

Van Rijn was een uiterst fanatiek

hygiënist (milieudeskundige) en

een succesvol burgemeester, al

mislukte in 1913 zijn poging om

Blerick met Venlo te verenigen.

De verhouding tussen raadslid

Van Rijn en burgemeester

Houben was vaak gespannen, ook

in onderwijsaangelegenheden.




Wilhelmina Catharina Roemer

(Rotterdam 1843 - Venlo 1913),

echtgenote van apotheker en

burgemeester Van Rijn. Zij

woonde sedert 1867 in Venlo.

Dit portret geeft een beeld van

een tijd waarin aan uiterlijke

status grote waarde werd toe-

gekend.

-087-