Hoofdstuk V
Spoeddebat in de gemeenteraad Burgemeester Van Rijn riep
meteen de gemeenteraad bijeen voor spoedberaad. Nadat de
brief van de minister, waarin overigens geen bedragen werden
genoemd, was voorgelezen, volgde slechts een korte discussie,
waarna de raad unaniem instemde met de ministeriële voor-
waarden. Het ontbreken van verzet in de raad is wellicht te
verklaren uit een foutieve raming van de bouwkosten.
Burgemeester Van Rijn had een schatting laten maken door
de directeur van gemeentewerken. Deze had overleg gevoerd
met de directeur van de HBS en was uitgekomen op een bedrag
van 8000 tot 8500 gulden voor de aanbouw van twee lokalen.
Dit leek een redelijk bedrag voor het verkrijgen van de lang-
verwachte uitbreiding van de HBS. Toen Van Rijn ook nog
meedeelde dat Meppel en Winterswijk met dezelfde eisen
hadden ingestemd, was alle twijfel verdwenen. De gemeente-
raad omschreef de voorwaarden zelfs als ‘zeer gunstig’ en besloot
ze ‘met beide handen’ aan te nemen. De Venlose afgevaardigde
in de Tweede Kamer, dr. Nolens, inmiddels fractievoorzitter van
de RK Staatspartij, werd hartelijk bedankt voor zijn hulp
het bereiken van dit resultaat.
Het gemeentebestuur had zich nu contractueel vastgelegd
alles te betalen zonder precieze bedragen te kennen. Bijna
dertig jaar eerder hadden de Venlose vroede vaderen dat toch
anders aangepakt. Toen er in 1883 onderhandeld werd tussen
het Rijk en Venlo over de bouw van de nieuwe HBS weigerde de
Venlose gemeenteraad in te stemmen met een gemeentelijke
bijdrage van dertig procent van de bouwkosten totdat precieze
bedragen bekend waren. Waarom nu niet? Al spoedig bleek
immers dat de Venlose raming van de kosten van de uitbreiding
veel te laag was.
-