Hoofdstuk V
5.7 Verwaarlozing van de Rijks HBS
In 1947 kwam de Rijksgebouwendienst het schoolgebouw
inspecteren. Door vernielingen en andere oorlogsschade bevond
het gebouw zich in een slechte toestand. Maar de Venlose
Rijks werd nauwelijks hersteld. De regering had na de oorlog
andere prioriteiten dan schoolonderhoud. Dit leidde er toe dat
het gebouw jaren zonder groot onderhoud bleef en in de jaren
zestig totaal uitgewoond was. Bovendien zorgde het sterk toe-
genomen verkeer in de binnenstad voor veel geluidsoverlast in
de HBS-
werd.
De directeur van de Rijks-
70.000 gulden nodig was voor de allernoodzakelijkste reparaties
aan zijn school. Voor een echte, behoorlijke opknapbeurt zou
dat bedrag oplopen tot een kwart miljoen. De Rijksgebouwen-
dienst had voor de HBS echter maar 22.000 gulden aangevraagd
en slechts F 17.000 gekregen. Van dat bedrag was 10.000 gulden
nodig voor het dak. Directeur J.A. de Vries schreef daarop
aan de minister dat hij het 100-
HBS niet wenste te vieren in een gebouw zonder fatsoenlijke
toiletten, zonder goede riolering en met gaten in de muren,
de vloeren en het meubilair. Het feest ging dan ook niet door.
Blijkbaar vond de regering het onverstandig om nog veel te
besteden aan een gebouw dat niet meer te herstellen was.
Het geld kon beter worden uitgegeven aan nieuwbouw. Door
te dreigen met ontslag kreeg directeur De Vries wel een klein
bedrag los voor herstel van lokalen, voor een keukentje,
fietsenrekken en tegels op het schoolplein
Door de invoering van de Mammoetwet, die het hele Neder-
landse onderwijs op zijn kop zette, kreeg de Rijks Hogere
Burgerschool per 1 augustus 1968 een andere naam: de Rijks-
scholengemeenschap. In de volksmond bleef de school gewoon
'de Rijks’ heten. De situatie van het gebouw was ondertussen
onhoudbaar geworden. In 1966 en 1967 werden enkele werk-
zaamheden uitgevoerd, zoals de vernieuwing van de electrici-
teitsleidingen en de verwarming. Er kwamen nieuwe meubels,
de vloerbedekking werd vervangen en de hele school werd
opgeschilderd. De capaciteit van het gebouw bleef echter
onvoldoende, waardoor ieder jaar leerlingen moesten worden
geweigerd wegens plaatsgebrek. Om de grootste nood te lenigen
werden er noodlokalen op het schoolplein opgesteld en huurde
de school elders in de stad leegstaande ruimtes.
Ook al werd de Rijks Hogere Burgerschool na de oorlog met
sobere middelen hersteld en bovendien slecht onderhouden,
toch verloor het gebouw zijn
uitstraling niet. Deze foto werd omstreeks 1957 gemaakt.
-