Hoofdstuk VI
De door de Dienst der Domeinen gehanteerde taxatiewaarde
werd door de woningbouwvereniging geschat op 1,6 á 1,7
miljoen gulden.
De delegatie uit bestuur en directie besloot op 4 februari
1992, om precies te zijn om 18.15 uur, een bod te doen van
1,1 miljoen gulden. Op voorstel van de penningmeester,
de heer drs. E.P.M. van Puijenbroek, werd dit bedrag met
tien gulden verhoogd. Dit ‘tientje van de penningmeester’ brak
de spanning. Allen hadden het gevoel een juist bod te doen.
De veiling Op 5 februari 1992, ‘s morgens om 10.00 uur,
maakte de inspecteur van de Dienst der Domeinen, de heer
mr. E. Reinders, op zijn kantoor te Helmond de enveloppen
open. Hierbij waren vijf belangstellenden aanwezig. Er bleken
drie inschrijvingen te zijn. Woningbouwvereniging Venlo-
Blerick was de hoogste inschrijver. De inspecteur deelde mede
teleurgesteld te zijn door het gering aantal inschrijvingen en de
hoogten daarvan. Er was volgens hem veel belangstelling
geweest in de voorgaande weken. Ook vanuit Duitsland. Hij
wees de twee lage inschrijvingen (F 188.500,00 en F 460.000),
als niet serieus af en noemde het bod van ‘Venlo-
richting’ maar toch te laag om het gebouw daarvoor te gunnen.
Overleg met het Ministerie van Financiën diende hierover
plaats te vinden. Een van de afgewezen inschrijvers werd boos
over de afwijzing met de kwalificatie ‘niet serieus’. Gelet op de
woordenwisseling welke ontstond is het waarschijnlijk maar
goed voor Venlo dat speculatie c.q. marginaal gebruik van de
Oude Rijks-
Op 6 februari 1992 gaf de woningbouwvereniging per fax aan
de Dienst der Domeinen een naar haar mening nadere
verklaring over het gering aantal inschrijvingen en de voor het
rijk tegenvallende hoogte daarvan. Op 11 februari 1992 kreeg
‘Venlo-
Financiën akkoord ging met de verkoop. Op 14 februari volgde
de schriftelijke bevestiging.
Op 22 oktober 1993 droeg Woningstichting Venlo-
-