Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

Hoofdstuk I


minister medegedeeld met de toevoeging, dat als zijne excel-

lentie zich met deze benoeming niet kon verenigen, ‘dat dan de

Raad aan Zijne Excellentie het voorstel doet om er eene Rijks

Hoogere Burger School van te maken’.

De vestiging van een Rijks-HBS met driejarige cursus te Venlo

was minister Six niet onwelgevallig. Hij zou het voorstel over-

wegen als de gemeente Venlo ‘de noodige lokalen en hulp-

middelen beschikbaar zou stellen.’ Wellicht dacht de minister

door een overname van de Venlose HBS de kwaliteit van het

middelbaar onderwijs aldaar te kunnen verhogen. Nu de

minister interesse toonde in een overname van de HBS wilden

enkele Venlose raadsleden het onderwijs toch niet uit handen

geven. De meerderheid daarentegen vond het afstaan van de

HBS in het belang van de gemeente. Na enige discussie besloot

de gemeenteraad, overigens geenszins unaniem: zeven tegen

vijf stemmen, de minister het volgende voorstel te doen: de

gemeente Venlo zou lokalen en hulpmiddelen van de HBS gratis

in bruikleen geven aan het Rijk, zolang in dat gebouw van

rijkswege een HBS werd aangehouden en de lokalen en hulp-

middelen behoorlijk werden onderhouden.


De Venlose HBS in de Staatsbegroting Minister Six ging

meteen aan de slag en plaatste gelden voor de overname van

de Venlose HBS op de Staatsbegroting voor 1880. Volgens de

minister liet het onderwijs aan de school, als gevolg van de lage

salarissen, veel te wensen over. Het krijgen van 'deugdelijk onder-

wijzend personeel’ werd er sterk door belemmerd. De regering

had reeds voor de discussie over de benoeming van de nieuwe

directeur, voorgesteld om haar subsidie met 1.000 gulden te

verhogen als Venlo ook 500 gulden zou bijdragen. Hierdoor

zou men hogere salarissen kunnen betalen en betere leraren

kunnen aantrekken. Toen het er naar uitzag dat Binnenlandse

Zaken geen overeenstemming kon bereiken met Venlo, had

de minister te kennen gegeven de rijkssubsidie te willen

verhogen met 1300 gulden, onder voorwaarde dat een geschikt

persoon als directeur zou worden gekozen. Alleen dan kon de

verbetering van het onderwijs voldoende gewaarborgd worden.

De gemeenteraad was hier echter niet mee akkoord gegaan,

waardoor de minister zich genoodzaakt zag de subsidieverlening

uit te stellen. Nu, zoals reeds vermeld, Venlo de HBS aan het

Rijk ter overname aanbood, werd de regering voor een keuze

gesteld. De school zou verloren gaan tenzij zij werd over-

genomen door de Staat.

De minister somde in de begroting enkele redenen op, die

volgens hem een overname rechtvaardigden. De Venlose HBS

was in haar veertienjarig bestaan gemiddeld door 58 leerlingen

bezocht. Dit cijfer was veel hoger dan dat van de Rijksscholen

met driejarige cursus. Venlo was een grensstad, een kruispunt

van spoorwegen en een garnizoensstad. Hierdoor woonden er

veel (Hollandse) ambtenaren, waarvan de kinderen middelbaar

onderwijs moesten kunnen volgen.









-010-