Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

Hoofdstuk I

1.7 Nieuwe bezems vegen schoon


De affaire met de armenschool had niet alleen het aanzien van

het Venlose gemeentebestuur geschaad, zij had veel dringende

kwesties zoals de nieuwbouw van de HBS op een zijspoor gezet.

Gelukkig kwamen er snel nieuwe figuren op het toneel, die niet

belast waren met de problemen uit het verleden. Op het ministerie

van Binnenlandse Zaken maakte minister mr. C. Pijnacker

Hordijk plaats voor mr. J. Heemskerk Azn. (22 april 1883-

20 april 1888). In Venlo werd de overleden burgemeester

Mulder opgevolgd door Ch.A. Houben, die al bestuurlijke

ervaring had opgedaan als burgemeester en secretaris van

Stevensweert.

Volgens de gouverneur, die de sollicitanten beoordeeld had,

bevond Venlo zich 'in een exceptionele toestand'. Het onderwijs in

de stad was er slecht aan toe. Het faillissement van de Venlose

bank van de gebroeders Wolters betekende een ramp voor de

financiële toestand van de gemeente en haar inwoners.

Voldoende leiding van de kant van de gemeenteraad ontbrak,

aangezien deze slechts bestond uit bestuurders van ‘middelmatige

kwaliteit'. Van de nieuwe burgemeester zou dan ook veel

gevraagd worden. Volgens de gouverneur was Houben door

zijn energie, kennis, ervaring en helder verstand de

aangewezen man. Hij was bovendien financieel onafhankelijk

en had het voordeel dat hij een Limburger was.



Ch.A. Houben (1824-1900) was

de eerste burgemeester van

Venlo, die geen geboren

Venlonaar was. Houben had

gestudeerd in Leuven en werd

daarna burgemeester, tevens

secretaris van Stevensweert,

1853-1883. Hij was lid van de

Provinciale Staten van Limburg

van 1873-1877 en van 1892-1900.

Van mei 1883 tot aan zijn dood

in 1900 was hij burgemeester van

Venlo. ln die periode kwam de

nieuwe Rijks-HBS tot stand, maar

eveneens het katholieke pro-

gymnasium dat de uitbouw van

de driejarige HBS afremde.


-024-