Hoofdstuk I
Adviezen om te verbouwen Minister Heemskerk, die de HBS-
kwestie geërfd had van zijn voorganger, liet een driemanschap
bestaande uit de directeur van de HBS Steijns, de inspecteur voor
het Middelbaar Onderwijs Salverda en de rijksbouwkundige
voor de onderwijsgebouwen Van Lokhorst, onderzoeken wat
de voorkeur moest hebben, verbouwing of nieuwbouw. In hun
gezamenlijk rapport aan de minister onderzochten ze eerst de
mogelijkheid tot nieuwbouw. Dit zou het eenvoudigste middel
zijn om alle bezwaren die er aan de oude school kleefden, op
te lossen. Een geschikt terrein hadden ze al gevonden buiten
de voormalige Gelderse poort. Een door de rijksbouwkundige
gemaakt schetsplan van de nieuwe HBS met gymnastiekzaal en
conciërgewoning was bij het rapport gevoegd. De kosten voor
deze nieuwbouw, zonder meubilair, werden geraamd op 65.000
gulden. Mocht een directeurswoning nodig zijn, dan zouden
de kosten met 10.000 gulden verhoogd moeten worden.
Een verbouwing van de school aan de Markt zou volgens
de drie deskundigen eveneens mogelijk zijn. Hier had Van
Lokhorst ook een schets van bijgevoegd. Wel moest dan de in
het gebouw gevestigde lagere school vertrekken, zodat er
bovenop het middengedeelte en op de achterplaats kon worden
aangebouwd ten behoeve van de HBS. Dit zou binnenkort
kunnen gebeuren, want het Geneeskundig Staatstoezicht stond
op het punt ook deze lagere school wegens gevaar voor de
gezondheid af te keuren en te sluiten. De kosten van een
Zoals te zien op bovenstaande tekening. overwoog men het middengedeelte
van de zolder te veranderen in klaslokalen.
-