Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.


daar ongetwijfeld meer van geprofiteerd hebben. Jaculator

sloot zijn bijdrage af met de wens: ‘Moge de Venloosche Hoogere

Burgerschool het laatste schoolpaleis zijn, dat liberale vrijgevigheid

met al te kwistige hand sierde’.

Opzichter Schlieker stuurde de kranten met de kritische

artikelen naar zijn chef, de rijksbouwkundige. Waarschijnlijk

op verzoek van de minister berekende Van Lokhorst hoeveel

“overbodige” luxe aan de Venlose HBS gebruikt was. De uitkomst

was een luttele 640 gulden voor versieringen op een totale

bouwsom van 54.000 gulden. Om lastige pottekijkers voortaan

te weren, kreeg opzichter Schlieker vervolgens opdracht om

op de bouwplaats geen nieuwsgierigen meer toe te laten.


Vertragingen  Volgens het bestek moest het schoolgebouw op

1 december 1888 zijn voltooid en opzichter Schlieker meldde

begin oktober dat hij dit nog steeds mogelijk achtte. Al spoedig

bleek echter dat dit niet haalbaar was. Zo rapporteerde

Schlieker medio december aan Van Lokhorst dat de leveringen

en werkzaamheden vertraging ondervonden. Dit werd veroor-

zaakt doordat 'de aannemer tegenover zijn crediteuren, niet naar

behooren aan zijne verplichtingen voldoet en daardoor het vertrouwen

in hem is geschokt’. Een der grootste crediteuren, Canoy en Herfkens,

deed een poging om met de andere leveranciers een vergelijk

te treffen waardoor de leveringen doorgang zouden kunnen

vinden. De heer G.J. Herfkens, woordvoerder van de schuld-

eisers, wilde graag een gesprek met de rijksbouwkundige om

een en ander te bespreken. Opzichter Schlieker zou ondertussen

opletten dat geen van de crediteuren zijn geleverde materialen

zou terughalen. Bij zijn brief stuurde hij ook een lijst van nog

te leveren materialen en uit te voeren werkzaamheden aan de

HBS. Hieruit bleek dat het schoolgebouw zo goed als klaar was

Ondanks intensief speurwerk is

het niet gelukt ook maar ëën

foto van de HBS in aanbouw te

vinden. Het is bekend dat op

14 april 1888 een bedrag van

8o gulden in de kostenbegroting

werd bijgesehreven voor het laten

maken van foto's. Bij de feitelijke

uitgaven is evenwel geen post

voor fotografisehe werkzaam-

heden aangetroffen.

Vermoedelijk is het geld aan

andere dingen besteed.


Hoofdstuk II

-044-