Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.


en enkel nog afgewerkt moest worden. Zo ontbraken bijvoor-

beeld nog de raamsluitingen, de deurknoppen, het hang- en

sluitwerk der deuren, diverse smeedijzeren voorwerpen en de

schoorsteenmantel voor de directeurskamer. Bovendien moest

de aanleg van de gas- en de waterleiding nog worden voltooid.

De waterleiding werd aangelegd door onderaannemer

F. Keuller, die in een brief aan de opzichter opheldering vroeg

over de financiële toestand van de aannemer. Als gevolg van

die onzekerheid had hij ‘geen bijzondere spoed’ meer met de

aanleg der leidingen. Keuller wilde van Schlieker weten of

zijn maatschappij financiëel gevaar liep door voor aannemer

Bosman te blijven werken. Zodra hij gerustgesteld was kon

het werk in vier dagen klaar zijn. In zijn antwoord gaf Van

Lokhorst aan Schlieker de opdracht de aannemer over de

vertraging aan te spreken. Daarna zouden de nodige maat-

regelen worden genomen. Begin januari 1889 kon Schlieker

melden dat er een vergelijk was bereikt tussen de heer Herfkens

en de andere crediteuren en dat als gevolg daarvan de

leveringen en de werkzaamheden aan de HBS weer hun gewone

gang gingen.

Eind februari speelde de zaak echter nog steeds. Keuller, die

op 19 december de werkzaamheden had laten hervatten en nu

bijna klaar was, had nog een bedrag van f 782,92 tegoed van

Bosman en Comp. Herfkens plaatste op 16 februari 1889 een

advertentie in het Venloosch weekblad waarin  alle schuld-

eisers van Bosman en Bossmann verzocht hun vorderingen

naar hem op te sturen. Hoe de kwestie afliep kon niet achter-

haald worden, maar zeer waarschijnlijk werden de problemen

snel opgelost. In februari 1889 werd namelijk begonnen aan

de bouw van de conciërgewoning en het gymnastieklokaal.

De vertraging had er echter wel voor gezorgd dat het school-

gebouw niet op tijd klaar was. In plaats van najaar 1888 was

de school pas voorjaar 1889 helemaal af.



Hoofdstuk II

-045-