bouwblokken. De verwarming zou geschieden door kachels
met ventilatie-
door middel van gaslam De vloeren zijn van hout op
stalen moerbalken. De gevels kenmerken zich door de door
Van Lokhorst voorgestane baksteenarchitectuur van de vroege
Hollandse 16e eeuwse renaissance. De gevels zijn niet met
ornamenten overladen maar door de schaal ca 11 m hoog
voor twee verdiepingen toch monumentaal. De donkerkleurige
baksteen wordt verlevendigd met lagen natuursteenbanden
en geelkleurig metselwerk. De belangrijkste functies van het
gebouw zijn aan de buitenzijde herkenbaar. Het trappenhuis
is uitgebouwd met hoge verticale ramen, de klaslokalen met
veel glas, de toiletten hebben kleinere hoog geplaatste raampjes.
De plattegrond is a-
met vrij veel dakkapellen en schoorstenen; het geheel is, in
navolging van Cuypers ontwerpprincipes, bewust ongelijk-
vormig en van binnen naar buiten ontworpen. Aan de rechter-
zijde wordt het gebouw beëindigd met een dwarstrap met top-
gevel en kopgevel vanwege extra licht in laboratorium en teken-
zaal.
De gevels hebben kruisvormige kozijnen door een profilering
doorlopend over twee lagen, hetgeen het monumentale
karakter versterkt. De bovenzijde zou worden afgesloten door
een rondboog opgevuld met siermetselwerk van gekleurde,
geglazuurde baksteen. Ondanks dezelfde verdiepingshoogte
zijn de ramen op de begane grond hoger dan op de verdieping,
waardoor de borstwering op de verdieping ca. 20 cm hoger is.
Het is niet duidelijk of dit functioneel was of dat Van Lokhorst
hiermee de perspectivische vertekening wilde versterken
In de vergadering van 13 december 1886 werd uitvoerig
gediscussieerd in de Tweede Kamer der Staten Generaal over
de hoogte van het ter beschikking te stellen budget. Diverse
kamerleden vonden de bouwkosten wel erg hoog Er werd een
amendement ingediend om deze met F 20.000,00 te verlagen
met als argument dat elders in het land een HBS gerealiseerd
was voor F 21000,00. De minister hield voet bij stuk omdat hij
geen overdreven luxe aan het gebouw vond. Voor de zekerheid
legde hij ook nog eens uit dat de getekende gevels een grotere
monumentaliteit uitstralen dan is bedoeld, hij zei: ‘De heeren
die de teekening hebben gezien, zullen bemerkt hebben dat op
eenige daarvan het gebouw een hoek vormt, op andere een zeer
breden gevel heeft. Dit komt hiervan dat het een hoekhuis moet
zijn, wat in den opstand vlak is geteekend, is eigenlijk een
projektie van twee gevels, het middenstuk daarvan is een
zogenaamde erker’
Hoofdstuk III
-