Een gebouw dat blijft

 

Van Lokhorst werd aangesteld per 1 april 1878, bij Ministrieële

Beschikking van 25 maart, nummer 47 Kabinet.


4.3 Cuypers en Van Lokhorst


Zoals vermeld waren P.J.H. Cuypers en J.van Lokhorst beiden

rijksbouwkundige bij de afdeling Kunsten en Wetenschappen

van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Cuypers was de

architect voor de rijksmusea en Van Lokhorst droeg officieel

zorg voor alle andere onder Binnenlandse Zaken ressorterende

gebouwen. Nu is het echter genoegzaam bekend dat Cuypers

zich in de landsdienst niet alleen heeft beziggehouden met

rijksmuseumgebouwen, maar veeleer beschouwd moet worden

als de directe adviseur van Victor de Stuers in bouwkundige

zaken. Beide heren samen bepaalden voor een aanzienlijk deel

het bouw- en restauratiebeleid van de Nederlandse overheid in

het laatste kwart van de 19de eeuw. Wat betreft Cuypers positie

binnen het departement van Binnenlandse Zaken schreef De

Stuers later, in 1897 het volgende: 'Ik heb den gedienstigen man

jarenlang officieel en officieus geduchtig geëxploiteerd, zoo

werd er vanwege het departement van Binnenlandse Zaken niets

meer gebouwd noch gerestaureerd, zonder dat Cypers derwege

gehoord en geraadpleegd was'.

Deze woorden van De Stuers impliceren dat de bouwkundige

ontwerpen van Van Lokhorst dus min of meer gecontroleerd

werden door Cuypers. In dit verband is het, om een juist inzicht

te krijgen in de wijze waarop Van Lokhorsts bouwbureau

funktioneerde, van het hoogste belang om na te gaan in hoe-

verre Van Lokhorst en Cuypers elkaar gekend hebben en in

welke mate zij, rechtstreeks of via De Stuers, kontakten onder-

hielden over bouwkundige vraagstukken. Hierbij dient men te

bedenken dat Cuypers en Van Lokhorst niet naast elkaar op

het departement een eigen afdeling bemanden. Van Lokhorst

werkte in Den Haag en had het bouwbureau bij zich aan huis.

Cuypers verbleef in de regel in Amsterdam, bij het in

aanbouw zijnde Rijksmuseum, of in Roermond en zal zich slechts

vrij zelden in de residentie hebben vertoond. Uit de eerder

geciteerde delen van Van Lokhorsts sollicitatie brief bleek

duidelijk dat Van Lokhorst al vóór zijn benoeming bij

Binnenlandse Zaken op de hoogte was van Cuypers verdiensten

voor de zuivere baksteenarchitectuur en het feit dat Cuijpers en

De Stuers de bestudering en bescherming van oude gebouwen

progageerden. Ook de perikelen rond Cuypers benoeming als

architect van het Rijksmuseum zullen niet aan de opmerkzame

Van Lokhorst voorbij zijn gegaan. Een persoonlijke kennismaking

tussen Cuypers en Van Lokhorst heeft plaatsgehad in februari

1879. In dit jaar werd door de minister van Binnenlandse Zaken

een commissie benoemd, die zich zou gaan bezighouden met

het opstellen van adviezen voor de inrichting van lagere-

schoollokalen. Van Lokhorst was secretaris.




Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

Hoofdstuk IV

-067-