Hoofdstuk IV
4.7 Conclusie
Jacobus van Lokhorst was een in de praktijk opgeleide architect
die zich na 1878, als rijksbouwkundige bij de afdeling Kunsten
en Wetenschappen van het ministerie van Binnenlandse
Zaken, gedeeltelijk onder invloed van Cuypers toelegde op het
ontwerpen van vooral utilitaire overheidsgebouwen. Op knappe
wijze wist hij in zijn gebouwen een typisch 19de-
origineel gebruik van historiserende motieven te combineren
met een hoge mate van functionalisme. Zijn specialisme lag op
het gebied van de archief-
als het voormalig Algemeen Rijksarchief te 's-
het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden zijn
constructieve hoogstandjes en vormen het eindpunt van een
internationale, rond het midden van de 19de eeuw ingezette
ontwikkeling in de archief-
universitaire laboratoria behoorden in hun tijd, qua opzet en
inrichting, dikwijls tot het modernste wat er in Europa op het
gebied van laboratoriumbouw gerealiseerd werd.
Naast utiliteitsgebouwen bracht Van Lokhorst voor het
Toen de Rijks-
was er in geslaagd om aan de
anti-
de natuurkundigen te voldoen.
Het was ook een voorbeeld van de bouwwijze van binnen (de
eisen) naar buiten (de uiterlijke
vorm). Protestantse critici
beklaagden zich over het feit
dat het gebouw meer leek op
een kerk of klooster, dan op
een natuurkundig laboratorium.
-