Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

Hoofdstuk V

 

Op 23 mei 1890 stuurde de deken een brief aan het gemeente-

bestuur, waarin hij bekend maakte dat hij, als voorzitter van

het RK Kerkbestuur van de H. Martinus, voornemens was een

Latijnse school op te richten met vierjarige cursus.

Dit zogenaamde Progymnasium zou een leerplan krijgen gelijk

aan de eerste vier klassen van het gymnasium in Rolduc.

Van de Winkel vroeg de gemeenteraad om voor deze nieuwe

instelling van hoger onderwijs in Venlo het kosteloze gebruik

van het gebouw aan de Markt, waar in 1889 de Rijks-HBS uit

was vertrokken. De deken hoopte dat de gemeente het gebouw

eerst nog grondig zou opknappen en ook in de toekomst zou

willen zorgen voor groot onderhoud, de brandverzekering en

de belastingen. Tenslotte verzocht Van de Winkel een

gemeentelijke subsidie van 500 gulden per jaar.

Menig Venlonaar was zeer

ingenomen met het pro-

gymnasium. Daar was onderwijs

in katholieke zin gegarandeerd

en bovendien zaten er geen

meisjes op die school. Het

leerlingenaantal van de Rijks-

HBS daalde in korte tijd tot de

helft. Zou de briefschrijver in

het Venloosch Weekblad van

14 juni 1890 dan toch gelijk

krijgen?

-083-