Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

Hoofdstuk V

 

Pro en contra progymnasium  Buiten de raad leefde er wel

bezorgdheid over deze problematiek, getuige een ingezonden

stuk in Het Vaderland en de liberale Nieuwe Rotterdamsche

Courant. In de editie van 10 juni 1890 werd een anonieme

brief uit Limburg afgedrukt. De schrijver, die zijn argwaan

tegenover de RK geestelijkheid niet onder stoelen of banken

stak, vond de oprichting van een progymnasium in Venlo een

bewuste aanslag op de Rijks-HBS. Het gymnasium moest de

HBS ‘leegpompen’ door zoveel mogelijk leerlingen te onttrekken.

De gemeenteraad had aan de roomse plannen toegegeven uit

ijdelheid: door de stichting van het progymnasium zou Venlo

namelijk een ‘wereldstad’ worden. Over het niveau van het

onderwijs aan dit clericale gymnasium maakte de schrijver

zich geen illusies. Door 'eenige overcomplete kapelaans uit de

buurt’ aan te stellen als leraar zou de school in zijn ogen niet

veel hoger kunnen komen dan een school voor uitgebreid lager

onderwijs.

Deze brief werd in het Venloosch Weekblad overgenomen,

doch voorzien van kritische kanttekeningen door (opnieuw)

een anonieme schrijver. Deze ongeruste katholiek, die slechts

met P. ondertekende, weerlegde alle kritiek en anti-katholieke

uitingen in het NRG-artikel. Volgens P. getuigde het hele stuk

van 'een overloop van gal of (….)  van machteloze woede’. Ook

mgr. F.A.H.B. Boermans (1815-1900), de bisschop van Roermond,

was zeer ingenomen met de handelwijze van de Venlose raad.

Tijdens de kerkelijke plechtigheid ter gelegenheid van

de opening van het progymnasium dankte de bisschop de

gemeenteraad nadrukkelijk en uitvoerig 'voor de loyale en

welwillende behandeling der aangelegenheid’

Toen de nieuwe Rijks-HBS werd opgeleverd (1889) en het progymnasium van start ging (1890),

bestond er in Venlo al ruim vijftien jaar een gymnasium. Dat was het Collegium Albertinum van

Duitse paters dominicanen in de Beekstraat. Ook die school was geen concurrent voor de HBS.

Het Albertinum was bedoeld als klein-seminarie, tevens internaat voor Duitse jongens. Het werd in

beperkte mate door externe leerlingen bezocht. Het progymnasium belemmerde de

groei van het Albertinum niet. In 1892 begon dan ook de nieuwbouw van het complex, waarvan

hier de voorgevel is afgebeeld. De omvang, raampartijen en dakkapellen deden denken aan

de Rijks-HBS, maar de toepassing van neo-gothische elementen bij deuren en dak gaven het bouw-

werk een kerkelijk karakter. Het was bovendien een bouwlaag hoger dan de HBS.

-086-