Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

Hoofdstuk V

 

Het ontwerp was in overleg met de directeur van de HBS en de

inspecteur van het middelbaar onderwijs tot stand gekomen.

De plannen werden verschillende keren heen en weer gestuurd

tussen Venlo, de minister en de rijksbouwkundige, zodat het in

1913 nog niet tot bouwen kwam. Wel werd het vierde studiejaar

in september 1913 geopend in een noodlokaal.

Het oponthoud werd waarschijnlijk veroorzaakt doordat het

gemeentebestuur schrok van de bouwkosten, die door het Rijk

waren begroot op 35.000 gulden. In het Venlose Gemeente-

blad van 1913-1914 memoreerden burgemeester en wethouders

achteraf dat protesteren niet had geholpen: 'blijkens de begrooting

van Rijkswege opgemaakt, is het uitgetrokken bedrag noodig.

Pogingen in het werk gesteld om de kosten van verbouwing tot een

lager bedrag terug te brengen hebben niet geholpen’.


Aanbesteding en bouw  De openbare aanbesteding, die door

de gemeente mocht worden uitgevoerd, vond op 20 februari

1914 plaats in het stadhuis van Venlo. Er waren zes inschrijvers,

maar de gunning werd aangehouden. Burgemeester en wet-

houders vonden de laagste inschrijver namelijk niet in staat

om de verbouwing behoorlijk uit te voeren. Daarom stelden

zij de minister, die de gunning moest goedkeuren, voor om het

werk aan Vincent Kessels uit Venlo te geven. Deze aannemer

had het op een na laagste bedrag ingeschreven: 38.635 gulden,

maar kwam daarmee nog ruim tien procent boven de begroting

van 35.000 gulden uit. De directeur van gemeentewerken,

die de bouw zou leiden, had hierop een onderhoud met rijks-

bouwkundige Vrijman. Er werd besloten verschillende dure

materialen te vervangen door goedkopere om het verschil tussen

begroting en inschrijving met 1000 gulden te verminderen.

De minister ging op 13 maart 1914 met deze wijzigingen van

het bestek akkoord en wees Kessels als aannemer aan.

Het proces-verbaal tussen de gemeente en de aannemer werd

een week later gesloten. De schilder Simon Drost en de ijzer-

handelaar Henri van Boom, beiden uit Venlo, traden als

borgen voor Kessels op. Wij zullen spoedig zien hoe belangrijk

dat was. In tegenstelling tot de bouw van de HBS in de jaren

1887-1889 stelde het Rijk geen opzichter aan. De controle op

de bouwwerkzaamheden werd overgelaten aan de directeur

gemeentewerken. Tegen het einde van 1914 kwam de nieuwe

vleugel met een tweede hoofdingang aan de Martinusstraat,

gereed. Alleen de kachels en de koperen bliksemafleider waren

eind 1914 nog niet aangekocht. De prijzen voor deze goederen

waren namelijk abnormaal hoog. De koperprijs was, waar-

schijnlijk als gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereld-

oorlog. sinds augustus met 35 procent gestegen.












-100-