Een gebouw dat blijft       Next (right). inhoudsopgave. gebouw.

Hoofdstuk VI


college van burgemeester en wethouders geen standpunt

inneemt ten aanzien van de gezonden brief.

‘De brief hadden wij eigenlijk niet moeten ontvangen, er wordt

gediscussieerd over de mogelijkheid van een parkeergarage’,

meldde de heer Seelen. De wethouder voegde er nog aan toe dat

volgens het bestemmingsplan de functies wonen en kantoren

gerealiseerd kunnen worden.

Deze reactie van het college van burgemeester en wet-

houders maakte duidelijk dat het wel of niet aankopen van het

gebouw voor honderd procent een beslissing van de woning-

bouwvereniging zou zijn. Wel was te verwachten dat de

gemeente het gebruik van het gebouw conform het vigerend

bestemmingsplan een goede zaak zou vinden.

Het algemeen bestuur van de woningbouwvereniging besloot

diezelfde avond op grond van:

- de beleidsdoelstelling tot verbreding van het woningbezit;

- de soliditeit van het gebouw;

- de goede ligging en de monumentale uitstraling; en

- het feit dat door de gemeente geen voorbereidingsbesluit tot

  wijziging van het bestemmingsplan was genomen;

in beginsel tot deelname aan de openbare veiling. Het bestuur

en de directie stond daarmede positief achter de ontwikkeling

van het project ‘Oude Rijks-HBS’.


De samenstelling van het College van burgemeester en

wethouders van de gemeente Venlo in april 1992:


Burgemeester

J.A. van Graafeiland RA


Wethouder

Th.J.H. Stroeken


Wethouder

J.M.M. Wijnhoven


Wethouder

drs. Th. L.A.M. Seelen


Wethouder

H.J. Waterborg


Wethouder

N.J.M. Dings

Directie en bestuur van de Woningbouw-vereniging Venlo-

Blerick ten tijde van de aankoop van de Rijks-HBS.

Zittend v.l.n.r.:

mevrouw E.M. van Soest-van den Berg,

de heer T. Keurntjes,

de heer P.A.J. Engelen (voorzitter),

de heer drs. E.P.M. van Puijenbroek,

de heer J.P.A. van Boekhold.

Staand v.l.n.r.:

de heer J.C.W. van Rooij (ambtelijk secretaris),

de heer W.J.B. Boitelle,

de heer R.W.H. Arnoldussen,

de heer mr. R.M.H. Wanders,

de heer H.W.J. Munsterman,

de heer ing. A.P.A.W. van Hoof (directeur),

de heer mr. H.A. van der Grinten

en de heer ing. J.W.M. Görtz.

-113-