Hoofdstuk V
Nieuwe maatregelen van orde In augustus 1890 informeerde
de burgemeester bij de minister wanneer de aangepaste maat-
regelen klaar zouden zijn; het nieuwe schooljaar van de teken-
en herhalingsschool stond namelijk op 1 oktober te beginnen.
De nieuwe minister, A.F. de Savornin Lohman (24 februari
1890-
erkend dat de regering bevoegd was om geheel eenzijdig
maatregelen van orde op te stellen. De minister toonde zich
desondanks bereid om te onderhandelen over wijzigingen.
De kwestie van het Venlose teken-
bleef problematisch. Eind augustus 1892 splitste Venlo de beide
scholen op in twee afzonderlijke instellingen. Hiermee probeerde
de gemeenteraad meer leerlingen te trekken. Inmiddels kon de
gemeente gebruik maken van de lokalen van de nieuwe Rijks-
HBS voor het gemeentelijke onderwijs. De gemeenteraad vroeg
vervolgens nog toestemming aan de minister om op zondag in
de HBS les te geven. Deze mogelijkheid stond echter niet in het
contract vermeld. Voorlopig werden er voor de zondagse lessen
van de teken-
genomen in de lagere school van meester Mostart.
5.2 De oprichting van het Progymnasium
De Venlose Rijks-
alles leek de school voor de wind te gaan. Maar die vreugde
duurde nog geen jaar, want de rooms-
een aanval in op de Rijks. De roomse geestelijkheid vond het
onderwijs door zijn ‘goddeloze’ karakter nog steeds zeer
gevaarlijk voor de Venlose jeugd. Door het nieuwe gebouw
was de aantrekkingskracht van de HBS vergroot. Het was dus
zaak een geduchte concurrent van de Rijks-
roepen.
In het voorjaar van 1890 verspreidde zich in Venlose koffie-
huizen het gerucht dat pastoor-
katholiek gymnasium wilde stichten. In het Venloosch Week-
blad werd echter gewaarschuwd dat een volledig gymnasium
voor Venlo te duur zou zijn. In de hoogste klassen zouden maar
weinig leerlingen terechtkomen. Het zou volgens de krant
beter zijn een progymnasium op te richten, dat indien nodig,
later kon worden uitgebreid met enkele klassen tot een vol-
waardig gymnasium. Het Weekblad gaf de initiatiefnemers
dan ook de raad: 'begin laag bij den grond, want, wie opeens te
hoog vliegt valt omlaag.‘
-