J. v. Vroonhoven, 1932-1946
                                                              Uit: De Rijks in Venlo | Van Hogere Stadsschool tot Rijksscholengemeenschap

Dr. J. van Vroonhoven

1932 - 1946

Op 8 september 1932, na een geruisloze benoemingsprocedure, leidde de nieuwe directeur, dr. J. van Vroonhoven, zijn eerste lerarenvergadering.

Ook hij sloot zich aan bij de spreuk "kennis is macht'.

En dan is er de W.O II !

Reeds op 25 mei 1940 konden de lessen hervat worden. Omdat de Rijks een 'Rijksschool' was, golden circulaires van het ministerie vaak voor bijzondere scholen als aanbevelingen of verzoeken. Voor de Rijks waren het echter ambtelijke bevelen, voor de uitvoering waarvan de directeur Van Vroonhoven rechtstreeks verantwoording verschuldigd was.

Ook op de Rijks gold het motto: geen uitbundigheid, maar ernstig werken. In opdracht van het ministerie werd een aantal publicaties verboden, o.a. Den Doolaard, Einstein e.a. Ook Van Vroonhoven, als zijnde Rijksambtenaar-directeur moest hier natuurlijk gevolg aan geven. Werken van bedoelde auteurs ontbraken tot in de jaren zestig in de schoolbibliotheek!

Van Vroonhoven poogde strikte neutraliteit te betrachten: er volgde dus een colportageverbod en een insigneverbod. In 1940 kwam er weer een studentenblad, mét censorschap van de heer Hanssen. Er moest n.l. voorkomen worden dat in het schoolblad politieke tegenstellingen tot uitbarsting zouden komen.

De toenmalige secretaris-generaal eiste dat alle leraren met een handtekening circulaires zouden bekrachtigen, een maatregel die trouwens tot in de jaren vijftig uiterst consequent werd toegepast.

Op 1 september 1941dienden alle leerlingen van 'Joodschen bloed' van de Rijks verwijderd te worden. De school kreeg te maken met uitval van lesuren, kolennood en ondervoeding van de leerlingen en met diverse verplichte verhuizingen naar andere locaties. Ook ontstonden op de Rijks meer en meer problemen rond twee docenten die niet vrij waren van nationaal-socialische sympathieën.

Zie submenukeuze <Rijks-Incident>.

Van Vroonhoven handhaafde in die oorlogsjaren onverkort een strenge discipline. Leraren dienden bij het begin van de lessen hun klas op de speelplaats op te halen en ordelijk mee te voeren naar de klokalen.

Na een circulaire over het verplicht verstrekken van vitamine-C tabletten, liep de amunensis Chris vd Ven met die pillen langs de klassen en voegde verordend toe: "Befehl ist Befehl !"  Tijdens het bombardement van 5 november 1944 ging vrijwel de gehele inventaris van de Rijks verloren. Wat niet vernietigd was werd  vaak ook nog weggeroofd!

Na de bevrijding ontwikkelde Van Vroonhoven een koortsachtige aktiviteit om het onderwijs weer te hervatten.

Er werd besloten om op 3 april 1945 met de examenklassen te beginnen. Hij stelde voor om ook op zaterdagmiddag les gaan te geven, maar een groot aantal docenten namen een duidelijke oppositiestellig in, waarna Van Vroonhoven toe moest geven. Toen het ministerie besloot dat de leerlingen van de eindexamen-klas een diploma zouden krijgen zonder echt examens te behoeven afleggen, was Van Vroonhoven daar bijzonder boos over; al zijn plannen om te komen tot echte examens waren voor niets geweest.

Op 6 september 1945 kon het 'normale' onderwijs worden hervat in het opgeknapte Rijks-HBS-gebouw aan het Nolensplein.

Van Vroonhoven had bepaald een hart voor zijn leerlingen: hij startte met het boekenfonds, drong er bij de docenten op aan om in redelijkheid cijfers te geven en ging reeds in 1945 over op het organiseren van studiegelegenheid.

Van Vroonhoven vertrok in 1946 bij onze 'Rijks', om directeur te worden aan de Rijks H.B.S. Koning Willem II, te Tilburg. Volgens ingewijdenen omdat Tilburg een 'hogere klasse' was en hij in salaris er op vooruitging.

Wederom was een periode afgesloten!

Externe factoren bedreigden het onderwijspeil in hoge mate: crisisjaren en oorlogstijd. Van Vroonhoven beschouwde het echter als zijn plicht om tegen alle verdrukking in, de school te handhaven op het niveau, waarop ze onder leiding van Van der Meer gekomen was.

Maar Van Vroonhoven had wel oog voor de problemen van de individuele leerling. Hij zette een begeleidingssysteem op, dat naar zijn structuur zeer modern genoemd mag worden.

Van af het begin van zijn directeurschap spoorde hij zijn leraren aan om de proefwerk- en rapportcijfers zo redelijk mogelijk te geven, ten einde de 'kosteloze' leerlingen niet te duperen. De hoogte van de behaalde cijfers was n.l. beslissend voor het 'kosteloos' zijn. Bij bepaalde leraren was een <zeven> het hoogst haalbare punt (will: dát was anno 1958-1963 nog altijd zo; bekijk je punten maar eens van aardr/geschied. van 'haike'). Toen in de economische mailaise de minister ook nog ging bezuinigen, vroeg hij wederom aan zijn docenten om toch vooral niet onnodig lage cijfers te geven. Het boekengeld bedroeg in die tijd zo'n FL 60,00 en het schoolgeld eveneens zo'n FL 60,00, bedragen die in die tijd voor vele ouders niet op te brengen waren.Uit die tijd stamt ook het toen ijlings opgerichte 'boekenfonds'.

In 1932 werd het onderwijs geconfronteerd met een maatregel waardoor er minder leraren aangesteld mochten zijn en er dus grotere klassen kwamen. Van Vroonhoven zat in 1933 met een eerste klas van 42 en een tweede klas van 36 leerlingen. Lokalen waren nu veel te klein. Jongens mochten niet naast meisjes zitten en dus kostte dat ook nog een plaats. In zijn bezuinigingswoede bepaalde de minister ook nog even, dat de A4-klas te klein was en dus opgeheven diende te worden!! Dit zou voor de leerlingen en voor Venlo weinig minder zijn dan een onderwijskundige ramp.

Van Vroonhoven toog naar Den Haag en kreeg toestemming om de vierde klas in het cursusjaar 1933-1934 toch te splitsen in een A- en een B-afdeling. Voor het schooljaar 1934-1935 herhaalde een en ander zich. Voor 1935-1936 gold nog een zwaardere splitsing: een klas moest maximaal bestaan uit 32 leerlingen, maar om de overige leerlingen van zo'n klas te plaatsen, moest de afsplitsing minimaal 30 leerlingen zijn. Lukte dat niet, dan stonden die leerlingen op straat of moesten naar een andere school.   

Van Vroonhoven was voor zijn leerlingen en leraren een veeleisend man, maar schreef toch een brief aan de inspecteur, dat het onhoudbaar was, dat de gymles aan 42 (!) leerlingen gegeven moest worden in de toch al kleine gymzaal!

In 1935 startte Van Vroonhoven een voorbereidend cursusjaar. Hij meende op deze manier het onderwijspeil te kunnen verhogen. De verdiensten van Van Vroonhoven op onderwijsgebied - bedoeld wordt zijn maatregelen voor de leerlingen uit de minder goede standen - zijn bepaald groot te noemen.

Voor zijn leerlingen was hij, zonder wangedrag evenwel te dulden, ruimer van opvatting dan zijn voorganger Van der Meer. Meisjes mochten lid worden van de hockeyclub V.H.C. en leerlingen die in Roermond weggestuurd waren wegens wangedrag, gaf hij de kans om in Venlo hun diploma te halen.

Op Van Vroonhoven lijkt de spreuk van toepassing:"Hard is mijn hand, doch lieflijk mijn gemoed".


1946: v.l.n.r.


huib pröpper

alias 'haike'


jos van vroonhoven

alias 'de piem'


tinus hanssen

alias 'hansje'


Officier in de  Orde van Oranje-Nassau

† Tilburg,  01 juni 1987

anno 1961

Jos van Vroonhoven,

toespraak in 1961

t.g.v. het 25-jarig

ambtsjubileum van

Joep Vrijling

anno 1946

Next (right).

1946   -   t.g.v. het afscheid van Van Vroonhoven

Down (child). geschiedenis.

SUBMENU